Het kiezen van de juiste online cursus – tips en valkuilen

Als er iets is wat de coronacrisis nu al heeft bewezen is het dat fysieke aanwezigheid lang niet altijd nodig is om verbonden te blijven met de wereld, met name als het gaat om werk en productiviteit. En als we kijken welke digitale middelen ons thuis net zo productief maken als op kantoor, staat de online cursus (ook wel distance education of E-learning) zeker hoog op deze lijst. De eerste echte online cursus met vrije en ongelimiteerde deelname (massive open online course of MOOC) werd in 2008 gegeven en sindsdien is er keuze uit duizenden van dit soort cursussen, op tientallen websites. Het is makkelijk om in dit immense aanbod te verdwalen; daarom volgt hier een korte gids voor het vinden van jouw ideale platform.

De eerste golf

Om te beginnen zijn er de klassieke aanbieders van MOOC’s, die veelal zijn ontstaan vanuit (of in nauwe samenwerking met) universiteiten en (hoge) scholen, en die hun aanbod opgezet hebben zoals het bestaande academisch curriculum. Bekende voorbeelden zijn Coursera, Udacity en EdX, allen begonnen met het aanbieden van cursussen in 2012, tijdens de eerste golf van online education (1,2). Deze platformen hebben veel cursussen (de genoemde voorbeelden anno 2020 elk zo’n 2,000-3,000) die elk domein omspannen die je op een fysieke onderwijsinstelling kan vinden; van filosofie tot biologie, en natuurlijk ook datawetenschappen of het leren van verschillende programmeertalen. Wat mij vooral opvalt op dit soort platformen is dat wanneer je zoekt naar bijvoorbeeld een cursus Python, ik vaak veel zoekresultaten kreeg. Dit lijkt gunstig, maar ik kwam er al snel achter dat dit veel cursussen zijn van verschillende universiteiten en er mede daardoor veel overlap bleek te zitten in het getoonde aanbod. Ik zag door de bomen het bos niet meer en vroeg me constant af of ik wel met de juiste cursus bezig was.

Waar ik verder geen rekening mee had gehouden is dat de cursussen die je zult vinden in sommige gevallen bedoeld zijn om over meerdere weken of maanden te volgen. Net zoals de ‘analoge’ tegenhanger van zo’n cursus, dien je je vaak aan te melden (enrolling) en soms zul je nog een tijdje moeten wachten op de start van de cursus, of het volgende ‘college’. Als je in een korte tijd een specifieke vaardigheid wilt leren zou dit wel eens lastig kunnen worden, tenzij je genoegen kunt nemen met meer gedateerde cursussen die je (deels) moet volgen. In mijn ervaring hebben veel cursussen op online platformen uit deze eerste golf weinig interactie tussen de aanbieder en student, en is de moeilijkheidsgraad van de cursussen vrij uiteenlopend en vooraf niet makkelijk te bepalen. Of dit een probleem is ligt natuurlijk aan de student, maar het kan ervoor zorgen dat mensen overweldigd raken of juist hun tijd aan het verdoen zijn met te makkelijke opdrachten.

Figuur 1. Een overzicht van een aantal bekende online learning platforms. Bron: DataCamp (https://www.datacamp.com/community/blog/datacamp-reason-why)

De tweede golf

Veel websites die later zijn ontstaan behoren tot de tweede golf van online lesgeven en nemen een meer verticale aanpak – minder domeinen om uit te kiezen maar met een groter aanbod van cursussen binnen een domein, die meer de diepte in gaan en vaak meer up-to-date zijn dan de eerdergenoemde cursussen (3). Duidelijke voorbeelden hiervan zijn DataCamp voor datawetenschappen, en Codecadamy en Sololearn voor programmeren. Met name Sololearn laat zien wat de verticale aanpak inhoudt, de lesstof is (net zoals bij het bekende Duolingo) als een verticale ‘boom’ gepresenteerd waarbij je met het behalen van een vaardigheid pas de volgende les kunt ontgrendelen. Je hoeft je nu niet meer druk te maken of je de juiste cursus kiest.

Veel platformen hebben ook een app (zowel Android als iOS) die niet alleen zorgt voor een mobiele manier om cursussen te volgen maar je ook een herinnering geeft als het tijd is om een bepaalde vaardigheid te oefenen, om er zo voor te zorgen dat je de informatie niet vergeet. En ook al lijkt het soms wat kinderachtig, in mijn ervaring is het belangrijk om zo’n app te hebben. Samen met een mogelijkheid om de voortgang te kunnen volgen, bijvoorbeeld door het behalen van een certificaat of het verdienen van punten (experience) voor het goed hebben van een antwoord of het maken van een project, zorgen ze voor een betere binding met de lesstof.

Om mij goed voor te bereiden op het traineeship heb ik uiteindelijk vooral gebruik gemaakt van DataCamp. Er zijn een aantal redenen waarom deze aanbieder voor mij goed heeft gewerkt, namelijk;

  • Een erg compleet aanbod van cursussen binnen de datawetenschappen zonder veel onderlinge overlap, waardoor onnodige herhaling weinig voorkomt.
  • Bijna alle cursussen duren 4-6 uur en het is duidelijk welke vaardigheden je in die tijd zult leren.
  • Uitdagende oefeningen met vaak interessante casussen.
  • Alle software is geïntegreerd in de website en je hoeft niets te installeren op je eigen PC. Dus R, Python en SQL werken naadloos in je browser en als je een cursus Power BI begint, krijg je toegang tot een virtuele Windows installatie om dit programma te draaien.

Bij andere aanbieders ging het vaak mis voor mij. Sommige cursussen miste bijvoorbeeld diepgang en uitdaging in de oefeningen (e.g. Sololearn), waar anderen er niet in slaagden om specifieke vaardigheden aan te leren in kortere tijd, vooral doordat de cursussen vrij algemeen bleven (e.g. Coursera).

Door het grote aanbod is het moeilijk om alle aanbieders inhoudelijk te beoordelen; je zult immers weinig mensen vinden die meer dan een handjevol langdurig hebben geprobeerd, laat staan een goed overzicht hebben van de kwaliteit van de tientallen verschillende data science cursussen die online te vinden zijn. Veel mensen die willen beginnen met online cursussen zullen mede hierdoor geneigd zijn om te kijken naar de prijs. En hoewel de betaalde diensten er waarschijnlijk meer gelikt uitzien en soepeler werken, is het niet gezegd dat ze inhoudelijk beter zijn of – misschien nog belangrijker – aansluiten bij jouw wensen en niveau! Wel interessant om te zien is dat waar traditionele MOOC’s doorgaans een slagingspercentage van zo’n 5-15% hebben (4,5), dit bij Codecademy rond de 28% ligt en bijvoorbeeld DataCamp erin slaagt om 30-80% van de studenten hun cursussen te laten afronden (6). De variatie in deze laatste percentages zit hem in het feit dat betaalde cursussen doorgaans een veel hoger slagingspercentage hebben dan gratis varianten. Want hoewel je op veel platformen gratis kunt beginnen met leren, zul je in de regel moeten betalen voor bijvoorbeeld certificaten, (het afmaken van) meer geavanceerdere cursussen en toegang tot de helpdesk.

Voordat je begint

Mijn tip voor iedereen die op zoek is naar het beste online platform om te leren programmeren, vraag jezelf het volgende af: Vind je het fijn om meer traditioneel onderwijs te volgen met colleges en vele uren aan lesstof verspreid over meerdere weken? Ga dan voor de meer traditionele aanbieders uit de eerste golf. Bepaal je liever je eigen tempo, en vind je het fijn om ook tussendoor af en toe een korte opdracht of oefening te maken en zo in korte tijd een vaardigheid te leren? Kijk dan naar de wat nieuwere platformen uit de tweede golf, die vaak ook meer zijn toegespitst op de datawetenschappen. En heb je al ervaring in een bepaald gebied? Kijk dan vooral naar de mogelijkheid om je kennis te toetsen (e.g. assessment of shortcuts) om op een hoger niveau in te stromen bij een bepaalde cursus. Succes!

Bronnen:

;